Vertaling Bijbel, Kanttekeningen SV, [], Maar Ik zal in het midden van u doen overblijven [46]een ellendig en [47]arm volk; die zullen [48]op den Naam des HEEREN betrouwen. 46. Ten aanzien dat Ik het wel terdege zal gekastijd en vernederd hebben. 47. Dat is, gering en veracht bij de wereld, en door Gods genade nochtans rijk gemaakt in het geloof en andere geestelijke gaven. 48. Dat is, op den Heere, niet op enige uitwendige dingen, hetzij Jeruzalem, of den tempel, of iets dergelijks; maar alleen op den Heere. Zie Jer.9:23,24/